Koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de inhoud en de minimale voorwaarden van de risicoanalyse bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid.
De hulpverleningszones moeten een meerjarenbeleidsplan en een operationeel organisatieschema opstellen, rekening houdend met de risico’s in hun zone. De eerste stap hierbij is het opstellen van een risicoanalyse.
Er zijn twee soorten risico’s:
- terugkerende risico’s zijn gebaseerd op statistieken van incidenten uit de afgelopen jaren. Het gaat hierbij om het aantal branden, dringende geneeskundige interventies en andere dringende en niet-dringende interventies. Hieruit kunnen o.a. risicogebieden afgeleid worden, zoals straten met veel oude gebouwen of industrie.
- punctuele risico’s zijn natuurlijke, industriële of maatschappelijke risico’s, risicogebouwen of risico’s m.b.t. transport. Enkele voorbeelden hiervan zijn waterlopen, chemische bedrijven, massamanifestaties, ziekenhuizen en spoorwegen.
In het Koninklijk koninklijk Besluit besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de inhoud en de minimale voorwaarden van de risicoanalyse bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid over de risicoanalyse is vastgelegd hoe de risicoanalyse gemaakt moet worden. Ze moet behalve een beschrijving van het grondgebied steeds een inventaris en evaluatie van de risico’s op het grondgebied van de hulpverleningszone bevatten. Dit wordt aangevuld met kaartmateriaal en de middelen die de zone voorziet om aan deze risico’s tegemoet te komen. De uiteindelijke doelstelling van deze risicoanalyse is om zoveel mogelijk risico’s af te dekken door de locatie van de posten, het materieel en de rekrutering van beroepspersoneel en vrijwilligers hierop af te stemmen.
Geïntegreerde wijzigingen:
- K.B. van 04.08.2014 -Pbl. 20.10.2014