Het project heeft twee piloten: een Nederlandstalige officier van brandweer en een Franstalige officier van de Civiele Bescherming, Stéphane Bairin. Dirk Geens, brandweer Antwerpen, is de Nederlandstalige piloot van het project: "Het ontwikkelde softwareprogramma komt sterk tegemoet aan wat we nodig hebben als brandweer om incidenten met gevaarlijke stoffen te beheren en om de juiste beslissingen te nemen. Wat mij betreft, kan het programma nog wat intuïtiever zijn in gebruik en nog wat meer toegespitst op de praktische aanpak die wij als hulpverleners gewoon zijn, maar ik wacht de komende maand de feedback van het testpanel af."

Een gaslek na een ongeval met een ADR-transport, een brand in een chemiebedrijf... Dit zijn het soort scenario’s die ingevoerd kunnen worden in het programma “Safer Hazmat Responder”. In eerste instantie geeft de gebruiker de weersomstandigheden en het type incident in. Daarna kan hij meer informatie geven over de gevaarlijke stof, de duur van de lozing, de temperatuur van het product, de locatie…  Op basis hiervan berekent het softwareprogramma een dispersiemodel. Brandweer of Civiele Bescherming kan dan op een kaart aflezen hoe ver en hoe hoog de gaswolk zich verspreid heeft, hoe ze zich zal verspreiden in de tijd, hoe hoog de concentratie van gevaarlijke stoffen is en dus op welke plaatsen mensen in gevaar (kunnen) zijn. Deze resultaten kunnen bovendien permanent herberekend worden op basis van nieuwe metingen en zelfs door bepaalde meetapparatuur (draadloos) op het programma aan te sluiten.

Op basis van de berekende “pluim” die afgebeeld wordt op het scherm van brandweer of Civiele Bescherming kunnen zij de impactzone bekijken, of en waar er mensen geëvacueerd moeten worden of ramen en deuren gesloten moeten worden en welke voorzorgsmaatregelen de hulpdiensten moeten treffen voor hun eigen veiligheid.

Ook getest op brandweer en Civiele Bescherming

Een divers testpanel van een 20-tal Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige hulpverleners zal de komende 30 dagen de eerste versie van het programma uittesten en feedback geven. Als het testpanel na de aanpassingen tevreden is over het resultaat, kan het programma drie weken later al opgeleverd worden. Binnenlandse Zaken zal vijf licenties aankopen, via het Sevesofonds dat beheerd wordt door het Crisiscentrum. Deze licenties kunnen gebruikt worden over heel België. Het project is gerealiseerd door de Directie Materieel van de Algemene Directie Civiele Veiligheid.